De eisen voor buitenspeelruimtes van kinderopvang in 2025

Duikelrek op schoolplein
Terug naar Kennisbank

De buitenruimte van kinderopvanglocaties krijgt in 2025 meer aandacht dan ooit. GGD Amsterdam legt in 2025 extra focus op buitenspeelactiviteiten en de kwaliteit van buitenspeelvoorzieningen: 

Deze verscherpte aandacht is geen toeval: onderzoek laat zien dat kinderen steeds minder buitenspelen, terwijl buitenspel essentieel is voor hun motorische, sociale en persoonlijkheidsontwikkeling. 

Kernvereisten in het kort: volgens de Wet Kinderopvang moet per aanwezig kind 3 vierkante meter buitenspeelruimte zijn. Daarnaast moeten alle speeltoestellen voldoen aan de geldende veiligheidsnormen (zoals NEN EN-1176) en vindt jaarlijks controle door de GGD plaats. Voor eigenaren van kinderopvangcentra, BSO’s en gastouderopvang is het essentieel om de wettelijke eisen en GGD-inspectievoorschriften goed te kennen en na te leven. 

Deze vakgids behandelt de actuele wettelijke vereisten, GGD-inspectieprotocollen en praktische richtlijnen voor het realiseren van een veilige en stimulerende buitenruimte die voldoet aan alle eisen van 2025.

 

Minimale buitenspeelruimte volgens Besluit kwaliteit kinderopvang 

Basisvereiste: 3 vierkante meter per kind 

Voor ieder aanwezig kind moet er 3 vierkante meter buitenspeelruimte beschikbaar zijn in het kindercentrum. Dit vormt de absolute minimumnorm die geldt voor alle vormen van kinderopvang in Nederland. Veruit de meeste kinderopvangcentra voldoen aan deze norm, maar dit betekent niet dat 3 vierkante meter optimaal is voor speelkwaliteit. 

Differentiatie per leeftijdscategorie: 

Kinderen tot 2 jaar: De buitenspeelruimte moet voor peuters direct grenzen aan de kinderopvanglocatie. 

Kinderen van 2 tot 4 jaar en BSO kinderen: Voor deze kinderen moet de buitenspeelruimte bij voorkeur grenzen aan het kindercentrum, maar in ieder geval grenzen aan het gebouw waarin het kindercentrum is gevestigd. 

Praktische implicaties voor ruimteprogrammering 

Het verschil tussen wettelijke minimumnorm en feitelijke speelbehoeften is aanzienlijk.  

Voor buitenschoolse opvang (BSO) blijkt in de praktijk echter dat deze minimumnorm vaak te krap is om kinderen voldoende beweegruimte te bieden tijdens de naschoolse opvang, wanneer zij gemiddeld anderhalf tot twee uur buiten spelen. 

Diverse ontwerpbureaus en speeltoestelleveranciers adviseren daarom ruimere richtgetallen – bijvoorbeeld circa 6–8 m² buitenspeelruimte per BSO-kind – om een gevarieerde en veilige speelomgeving te creëren. Dit is geen wettelijke verplichting, maar een praktijkadvies uit de markt. 

Rekenvoorbeeld: voor een kinderdagverblijf met 60 aanwezige kinderen is wettelijk minimaal 180 m² buitenspeelruimte vereist (3 m² per kind). Voor een BSO met dezelfde capaciteit kan, op basis van de genoemde praktijkadviezen, 360–480 m² buitenruimte wenselijk zijn om een kwalitatief hoogwaardige speelbeleving te realiseren.

Mooi ingericht schoolplein

GGD-inspecties en toezichtsverscherpingen 

Nieuwe speerpunten voor buitenruimte-evaluatie 

“In 2025 kijken we naar het beleid van organisaties over buitenspelen en of er voldoende en goede buitenruimte is. We letten ook op hoe kinderen worden gestimuleerd om buiten te spelen.” Dit markeert een belangrijke verschuiving in het GGD-toezichtsregime. 

De focus ligt niet meer uitsluitend op het naleven van minimumoppervlakte-eisen, maar ook op: 

  • Inrichting en gebruik van de buitenspeelruimte 
  • Stimulering van door kinderen geïnitieerd buitenspel 
  • Speelvoorzieningen die aansluiten bij de leeftijd en ontwikkeling van de kinderen en voldoende uitdaging bieden 
  • Optimalisatie van veiligheid en toegankelijkheid 

Inspectieprotocol en controleaspecten 

GGD-toezichthouders monitoren de naleving van kwaliteitseisen in de kinderopvang en controleren specifiek: 

Accommodatie en ruimtelijke programmering: 

  • Oppervlakte van de buitenspeelruimte per kind 
  • Toegankelijkheid voor verschillende ontwikkelingsfasen van de kinderen 
  • Hygiëne en kwaliteit van onderhoud. 

Veiligheid en gezondheidsbescherming: 

  • Naleving van veiligheidsnormen voor speelvoorzieningen 
  • Aanwezigheid en kwaliteit van valdemping onder toestellen 
  • Risico-inventarisatie van de buitenspeelruimte 
  • Preventieve maatregelen voor ongevalsbeheersing 

Alle inspectierapporten, inclusief GGD-beoordeling, zijn openbaar toegankelijk via het Landelijk Register Kinderopvang (LRK). Dit betekent dat ouders de kwaliteit van buitenruimte-voorzieningen kunnen evalueren voordat ze hun kind aanmelden. 

Inspectiefrequentie en vervolgtrajecten 

De GGD voert minimaal één keer per jaar een onaangekondigde inspectie uit bij elk gastouderbureau, kinderdagverblijf en buitenschoolse opvang. Afhankelijk van bevindingen kunnen verschillende vervolgstappen worden ingezet. 

Bij kleinere tekortkomingen die relatief eenvoudig te verhelpen zijn, biedt de GGD vaak een herstelaanbod aan. Dit geeft kinderopvangorganisaties de mogelijkheid om gebreken snel te corrigeren zonder verdere juridische consequenties. 

Bij ernstiger tekortkomingen die de veiligheid of kwaliteit van de opvang bedreigen, kan de GGD formele aanwijzingen opleggen. Deze aanwijzingen zijn bindend en moeten binnen een vastgestelde termijn worden opgevolgd. In extreme gevallen, wanneer de situatie onveilig is of structurele problemen niet worden opgelost, kan de gemeente op GGD-advies besluiten om de exploitatievergunning in te trekken.

 

Veiligheidsnormering voor speelinstallaties en inrichting 

EN 1176 certificering verplicht 

Alle speeltoestellen voor de kinderopvangorganisaties en BSO’s moeten altijd voldoen aan het Warenwetbesluit Attractie- en Speeltoestellen (WAS). Hiervoor moet de kinderopvanglocatie geldige certificeringen voor de speeltoestellen kunnen aantonen. De Europese norm EN 1176 regelt onder andere: 

  • Veiligheidseisen die aan de speeltoestellen worden gesteld. 
  • Veilige ruimtes tussen speelelementen (minimaal 1,5m). 
  • Eisen aan valhoogtes en valdempende ondergronden. 
  • Richtlijnen voor inspectie en onderhoud. 

Valdempende systemen 

Bij speelelementen met valhoogte >60cm. of met een gedwongen beweging is valdemping verplicht: 

Kunstgras: duurzaam, natuurlijke uitstraling maar minder dan valzand, houtsnippers of gras, onderhoudsarm, hoge investering (€80-120 m2 inclusief aanbrengen) 

Natuurgras: budgetvriendelijk en toepasbaar tot een valhoogte van150 cm. Minder geschikt voor intensief bespeelde plekken zoals schoolpleinen (€12,50-17,50 per m2 inclusief voorbereidende werkzaamheden). 

Gecertificeerde houtsnippers: Natuurlijk en kostenefficiënt, maar onderhoudsintensief omdat regelmatig aanvullen noodzakelijk is (€40-50 per m² inclusief aanbrengen)  

Gecertificeerd valzand: Natuurlijk en budgetvriendelijk maar verwaaigevoelig (€30-40 per m² inclusief aanbrengen) 

Opmerking: voor houtsnippers en valzand moet een bak van 30 cm. diep worden ontgraven en uitkomende worden afgevoerd. Deze kosten zitten niet in de genoemde prijzen. 

Speelheuvel met tigermulch

Praktische tip: gebruik onder de speeltoestellen voor de kinderopvang liever geen houtsnippers. Kleine kinderen stoppen de houtsnippers in hun mond en kunnen stikken. 

Inrichtingsrichtlijnen per leeftijdsgroep 

Onderstaande richtlijnen zijn praktijkadviezen voor de inrichting van buitenspeelruimtes; ze zijn niet als wettelijke minimum of maximum vastgelegd, maar sluiten aan bij de ontwikkelingsfasen van kinderen. 

0-2 jaar (baby’s/dreumesen): 

  • Lage speelelementen (max. 60 cm valhoogte) 
  • Zachte ondergrondvoorziening 
  • Geen kleine losliggende onderdelen die in de mond passen (verstikkingsrisico) 
  • Overzichtelijke, afgesloten speelruimte 

2-4 jaar (peuters/kleuters): 

  • Speelcombinaties tot 1,2 meter hoogte 
  • Eenvoudige klim- en balanceerstructuren 
  • Zandbakken die afdekbaar zijn om vervuiling door bijvoorbeeld dieren te voorkomen. 
  • Natuurlijke speelelementen 

BSO (4-12 jaar): 

  • Uitdagende klimtoestellen tot 3 meter hoogte 
  • Sportfaciliteiten (doeltjes, basketbalpalen) 
  • Voldoende open speelruimte voor groepsactiviteiten en sport/spel. 
  • Verschillende uitdagingsniveaus

Zone-indeling voor een gebalanceerde buitenspeelruimte 

Een veelgebruikte manier om een buitenspeelruimte in te richten is met functionele speelzones voor verschillende activiteiten, zoals sport, spel en ontspannen. Dit zorgt voor structuur en overzicht. De onderstaande verdeling is een veelgebruikte praktische richtlijn; de exacte percentages kunnen uiteraard variëren per locatie en pedagogische visie. 

Actieve speelzone (40% van beschikbare ruimte) 

Deze zone is bedoeld voor kinderen die hun motorische energie willen ontladen en biedt ruimte voor dynamische en uitdagende activiteiten. Denk aan klimelementen met verschillende moeilijkheidsgraden, glijbanen, schommels, plekken voor balsporten en hardloopspellen, en sportieve uitdagingen zoals klauternetten. 

Praktisch advies: Plaats de meest dynamische speelelementen niet direct tegen gebouwen om geluidsoverlast in de binnenruimten te beperken. 

Rustige ontmoetingszone (30% van beschikbare ruimte) 

Niet alle kinderen zoeken voortdurend actief spel. Een rustige zone is daarom essentieel voor ontspanning en sociale interactie. Hier kunnen zitelementen en buitentafels worden geplaatst, evenals plekken voor rustige spelvormen en buitenlessen. Schaduwplekken bieden comfort tijdens warme dagen en maken deze zone geschikt om even tot rust te komen. 

Groene/natuurzone (20% van beschikbare ruimte) 

Een groene zone zorgt voor schaduw, natuurlijke koeling en een waardevolle natuurbeleving. Ze biedt educatieve mogelijkheden rond seizoenen, insecten en planten en draagt bij aan geluiddemping 

Geschikte elementen: Niet-giftige struiken en bomen, kruidenspiraal of kleine moestuin, insectenhotel voor natuureducatie, bloemenweide die bestuivers aantrekt. 

Creatieve/experimenteerzone (10% van beschikbare ruimte) 

Deze compacte, maar belangrijke zone stimuleert creativiteit en experimenteerdrang. Hier kunnen kinderen spelen met zand- en waterelementen, bouwen met natuurlijke materialen of gebruikmaken van een voorraad losse, verplaatsbare onderdelen voor open-eind spel. Het is een plek waar kinderen vrij kunnen creëren en ontdekken. 

Met deze indeling ontstaat een buitenspeelruimte die zowel actieve beweging als rust, natuurbeleving en creatief spel ondersteunt, terwijl het ontwerp flexibel genoeg blijft om aan te passen aan de specifieke behoeften van de locatie en de leeftijdsgroepen.

Aanbevolen speelelementen per ontwikkelingsfase 

Voor 0-2 jaar (baby’s en dreumesen) 

Veilige basiselementen: 

  • Lage glijbanen (max. 60 cm hoogte) 
  • Afdekbare zandbakken 
  • Lage, zachte heuveltjes om te beklimmen, kruipen of af te dalen. 
  • Eenvoudig loopfietsparcours met flauwe bochten 
  • Tastbare natuurlijke materialen (grote keien, boomstammen) en sensorische panelen. 
  • Schaduwvoorzieningen om bescherming te bieden op zonnige dagen. 

Veiligheidsoverweging: 

  • Alle elementen met afgeronde hoeken en zonder scherpe randen. 
  • Geen kleine onderdelen die in de mond gestopt kunnen worden 
  • Directe toegankelijkheid vanuit het gebouw 
  • Overzichtelijk terreinontwerp met goed zicht voor de medewerkers 

Voor 2-4 jaar (peuters/kleuters) 

Uitdagende maar veilige elementen: 

  • Klimelementen tot 1,2 meter hoogte 
  • Schommels met peuterzitjes 
  • Lage balanceerelementen 
  • Speelhuisjes voor rollenspel 
  • Zand- en waterspeelzones met pomp 
  • Losse bouwmaterialen (loose parts): blokken, buizen, kisten 
  • Fietsparcours of verkeerpleintje voor fietsjes en driewielers 

Educatieve toevoegingen: 

  • Planten op kindhoogte 
  • Buitenkrijtbord of tekenwand 
  • Pluktuin 
  • Muziekinstrumenten voor buitengebruik 

Voor BSO (4-12 jaar) 

Uitdagende installaties: 

  • Grote speelcombinaties (tot 3 meter valhoogte) 
  • Hoge klimstructuren 
  • Basketbalbalpalen en voetbaldoeltjes 
  • Balanceerbalken en parcours-elementen 

Sport en spelaccommodaties: 

  • Multifunctioneel sportveld 
  • Tafeltennistafel of andere spelelementen 
  • Ruimte voor groepsactiviteiten 
  • Ontspanningszone voor oudere kinderen 
  • Amfitheater of buitenpodium

Kosteninschatting voor buitenruimte die voldoet aan de wettelijke veiligheidsnormen 

Hieronder genoemde prijzen zijn richtprijzen exclusief btw. Werkelijke kosten verschillen per regio, leverancier en specificaties. 

Ondergrond en basis-infrastructuur 

Valdempende ondergronden en infrastructuur:: 

  • Bestaande verharding verwijderen en afvoeren: €15-25 per m² 
  • Bestaande speeltoestellen verwijderen en afvoeren: € 350-800 per stuk 
  • Nieuwe bestrating (tegels) leveren en aanbrengen: €40-60 per m² 
  • Valdempend kunstgras: €80-120 per m² 
  • Natuurgras inclusief voorbereidende werkzaamheden: €12,50-17,50 per m2. 

Voorzieningen: 

  • Hekwerken inclusief aanbrengen: €95-125 per strekkende meter 
  • Toegangspoorten inclusief aanbrengen: € 1.600 per stuk 

Speelelementen en buitenmeubilair 

Basis speelvoorzieningen inclusief plaatsen: 

  • Voetbaldoeltje: €1.400  
  • Schommel voor 2 personen: €2.000-3.000 
  • Balanceerparcours: €3.500-9.000 
  • Speelhuis: €6.500-10.000  
  • Kleine speelcombinatie: €7.000-10.000 
  • Schommelsysteem (2-3 units): €2.500-4.500 
  • Middelgrote speelcombinatie: €11.000-20.000 
  • Grote speelcombinatie: €20.000-50.000 

Meubilair en accommodaties: 

  • Zitbanken en picknicksets: €700-1.800 per stuk 
  • Schaduwdoek: €1.500-2.000 

Groenvoorzieningen en natuurlijke elementen 

Beplantingsconfiguratie: 

  • Bomenaanplant: €200-400 per boom (inclusief plantklaar maken) 
  • Hagen: € 30-40 per m1 
  • Beplanting: €35-45 per m2 

Totale investering: Voor een gemiddelde kinderopvanglocatie (200-300 m² buitenruimte) ligt de investering tussen €25.000-60.000, afhankelijk van gekozen kwaliteitsniveau en de gekozen speelconcepten.

Veelgestelde vragen over buitenspeelruimte en regelgeving 

Mag kunstgras als ondergrondvoorziening gebruikt worden?
Ja, kunstgras is toegestaan mits het geschikt is voor de toepassing. Voor speeltoestellen met een valhoogte boven 60 cm moet gecertificeerde valdemping onder het kunstgras aangebracht worden. Selecteer kunstgras met een goede kwaliteit dat UV-resistent is en geen toxische stoffen bevat.
 

Wat is de inspectiefrequentie voor speelinstallaties?
De GGD bezoekt minimaal 1 keer per jaar onaangekondigd iedere kinderdagverblijf en buitenschoolse opvang. Daarnaast moet elke kinderopvangorganisatie zelf regelmatige visuele controles uitvoeren en jaarlijks moet een inspectie uitgevoerd worden door een competent persoon – iemand met aantoonbare kennis en ervaring in inspecties volgens EN-1176. Wij adviseren deze jaarlijkse hoofdinspectie te laten uitvoeren door een onafhankelijke externe deskundige, zodat de beoordeling objectief en volledig is. De inspecteur verstrekt na afloop een formele rapportage, die als onderdeel van het onderhoudsdossier aan het logboek kan worden toegevoegd.
 

Gelden speciale eisen voor gastouderopvang?
Bij gastouders mogen maximaal 6 kinderen tegelijk aanwezig zijn, inclusief eigen kinderen jonger dan 10 jaar. Er moeten binnen en buiten voldoende speelruimte en spelmateriaal beschikbaar zijn, afgestemd op aantal en leeftijd van de op te vangen kinderen. Er is echter geen wettelijke minimumnorm in m² voor de buitenspeelruimte; de GGD beoordeelt of de ruimte functioneel en veilig is voor de kinderen.
 

In tegenstelling door kinderdagverblijven en BSO’s vallen gastouderopvang sinds 2025 niet meer onder het WAS 2023 en is het naleven van NEN-EN 1176 voor hen niet wettelijk verplicht. Wel blijft het een goede praktijk om aan deze veiligheidseisen voor speeltoestellen in acht te nemen. Gastouders moet wel voldoen aan de algemene veiligheids- en zorgplichten onder de Wet kinderopvang/GGD-toezicht.  

Is een omheining altijd verplicht?
Een veilige terreinafscheiding is in de kinderopvang in de praktijk vrijwel altijd vereist, met name wanneer de buitenspeelruimte grenst aan openbare wegen, water of andere risicovolle zones. De wet schrijft niet letterlijk voor dat er overal een hek moet staan, maar de buitenspeelruimte moet wel veilig en deugdelijk kunnen worden afgesloten (Besluit kwaliteit kinderopvang).
 

Is een minimale hekhoogte verplicht bij de kinderopvang?
De GGD schrijft geen vaste minimale hoogte voor hekwerken rond de buitenspeelruimte. In de praktijk hanteren veel ontwerpers en toezichthouders een richtwaarde van circa 120 cm voor de hoogte van het hekwerk. Dit is geen wettelijke verplichting, maar een veelgebruikte ontwerprichtlijn om te zorgen dat kinderen niet over het hek kunnen klimmen. 

Daarnaast wordt gelet op: 

  • Spijlafstand: zodanig dat kinderen met hun hoofd er niet tussendoor kunnen steken of vast komen te zitten. 
  • Geen opstapmogelijkheden tussen 20 en 70 cm hoogte, zodat klimmen wordt voorkomen. 
  • Afsluitbare toegang (bijvoorbeeld een poort die alleen door volwassenen geopend kan worden). 

De GGD beoordeelt bij de jaarlijkse inspectie of de gekozen afscheiding functioneel en veilig is. Gemeenten of verhuurders kunnen lokaal aanvullende eisen stellen. 

 

Toekomstbestendige investering in buitenruimtes 

Trends en ontwikkelingen in buitenspeelruimte van de kinderopvang  

De buitenruimte van kinderopvanglocaties verandert snel. Waar het vroeger vooral ging om een paar toestellen op een verharde ondergrond, verschuift de focus nu naar een veelzijdige en toekomstbestendige speelomgeving. Bij BEEBOP bewegen we mee. De belangrijkste bewegingen: 

Natuurinclusief en klimaatbestendig: Buitenspeelruimtes worden steeds groener en dragen bij aan biodiversiteit. Bloemenweides, struiken en natuurlijke speelelementen zorgen niet alleen voor meer beleving, maar ook voor schaduw en natuurlijke koeling. Door klimaatverandering krijgen hittestress en wateroverlast meer aandacht: wadi’s, waterdoorlatende verharding en schaduwplekken zijn inmiddels veel toegepaste ontwerpelementen. 

Inclusief spelontwerp: Moderne buitenruimtes bieden spelmogelijkheden voor kinderen met uiteenlopende vaardigheden en ontwikkelingsniveaus. Rolstoeltoegankelijke paden, voel- en geluidselementen en lage speelpanelen maken dat ieder kind kan meedoen. 

Gevarieerd spel en beweegstimulering: De tijd van een buitenruimte uitsluitend met standaardtoestellen is voorbij. Ontwerpen combineren klassieke speeltoestellen met open zones voor vrij spel: zand- en waterplekken, losse bouwmaterialen (loose parts), klim- en balanceerparcoursen en kleine sportvoorzieningen. Zo wordt motorische ontwikkeling gestimuleerd en krijgen kinderen dagelijks volop gelegenheid tot bewegen.

Investeren in kindermotoriek en -ontwikkeling 

Het realiseren van een buitenruimte die voldoet aan alle eisen van 2025 vereist zorgvuldige planning en vakkundige uitvoering. “In 2025 kijken we naar het beleid van organisaties over buitenspelen en of er voldoende en goede buitenruimte is.” De GGD evalueert niet alleen oppervlaktenormering, maar ook kwaliteit en hoe kinderen gestimuleerd worden tot buitenspeelgedrag. 

Kernpunten samengevat: 

  • Minimaal 3 vierkante meter buitenruimte per kind (maar 8m² is optimaal voor BSO) 
  • Alle speeltoestellen moeten NEN-EN 1176 gecertificeerd zijn 
  • Valdempende ondergrond verplicht bij toestellen met een valhoogte boven 60 cm of met een gedwongen beweging. 
  • Jaarlijkse GGD-inspectie met focus op buitenspelstimulering 
  • Zone-indeling voor verschillende leeftijden en speelbehoeften 

Een professioneel ingerichte buitenruimte vormt een investering in kindermotoriek en -ontwikkeling. Door vanaf het ontwerp rekening te houden met alle veiligheidseisen en toekomstige ontwikkelingen, creëer je een omgeving waar kinderen veilig kunnen spelen, leren en ontwikkelen. 

Vakkundige advisering op maat: Elke kinderopvanglocatie is uniek, met specifieke uitdagingen en mogelijkheden. Een specialist die de normering beheerst en praktijkervaring heeft, kan je ondersteunen om binnen jouw budget de optimale oplossing te realiseren. Van eerste ontwerp tot en met jaarlijkse keuring. Een betrouwbare partner maakt het verschil tussen een buitenruimte die voldoet aan minimumvereisten en een buitenspeelruimte waar kinderen daadwerkelijk graag vertoeven. 

Wil je weten hoe jouw buitenruimte kan voldoen aan alle eisen van 2025? Neem contact op voor een vrijblijvend adviesgesprek en ontdek de mogelijkheden voor jouw kinderopvangorganisatie.